Beeldinstellingen: kleur en belichting
Als u de kleuren en belichting van de camera nauwkeuriger
wilt instellen of als u effecten wilt toevoegen aan uw foto's
of video's, gebruikt u de bladertoetsen om over de actieve
Camera
62
werkbalk te navigeren en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Witbalans
– Hiermee selecteert u de huidige
belichtingssituatie in de lijst. Met behulp van deze optie
kunt u de kleuren van de camera nauwkeuriger instellen.
Belichtingscompensatie
(alleen afbeeldingen) –
Hiermee wijzigt u de belichtingstijd van de camera.
Flitser
– Hiermee selecteert u de gewenste flitsmodus.
Zie ’Flash’ op pag. 61.
Kleurtoon
– Hiermee selecteert u een kleureffect
in de lijst.
Lichtgevoeligheid
(alleen afbeeldingen) –
Hiermee selecteert u de lichtgevoeligheid van de
camera. Hoe donkerder de omgeving is, des te hoger
de lichtgevoeligheid moet zijn.
Het scherm wordt aangepast aan de nieuwe instellingen,
zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van
de geselecteerde camera.
De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de
instellingen van de tweede camera wijzigt, worden
de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd.
De instellingen zijn echter wel zowel op de afbeeldings- als
op de videomodus van toepassing. Wanneer u de camera
sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en
belichtingsinstellingen vervangen door de geselecteerde
scène. Zie ’Scènes’ op pag. 62. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.