Instellingen voor het eigen netwerk
Als u mediabestanden die zijn opgeslagen in
Galerij
wilt
delen met andere compatibele UPnP-apparaten via een
WLAN, moet u eerst het internettoegangspunt voor het
WLAN configureren en vervolgens de toepassing
Eigen
netw
instellen. Zie ’WLAN (draadloos LAN)’ op pag. 29 en
de WLAN-instellingen in ’Toegangspunten’ op pag. 145.
De opties voor
Eigen netw
zijn pas beschikbaar in
Galerij
nadat de instellingen voor
Eigen netw
zijn geconfigureerd.
Wanneer u de eigen-netwerktoepassing voor het eerst
gebruikt, wordt de installatiewizard gestart. Deze begeleidt
u bij het instellen van het eigen netwerk op het apparaat.
Selecteer
Opties
>
Wizard uitvoeren
en volg de
instructies in het scherm als u de installatiewizard
later wilt gebruiken.
Als u een compatibele pc wilt verbinden met het eigen
netwerk, installeert u op de pc de betreffende software
vanaf de cd-rom of dvd-rom die bij het apparaat
is geleverd.
Instellingen configureren
Selecteer
Instrumenten
>
Connect.
>
Eigen netw
>
Instellingen
als u de eigen-netwerktoepassing wilt
configureren. Maak vervolgens een keuze uit de
volgende opties:
Eigen toegangspunt
– Selecteer
Altijd vragen
als u wilt
dat het apparaat telkens naar het thuistoegangspunt
vraagt wanneer u verbinding maakt met het eigen netwerk,
Nieuw maken
als u een nieuw toegangspunt wilt opgeven
dat automatisch wordt gebruikt wanneer u
Eigen netw
gebruikt of
Geen
. Als voor uw eigen netwerk geen
Galerij
78
beveiligingsinstellingen zijn ingeschakeld, krijgt u een
beveiligingswaarschuwing. U kunt doorgaan en de
beveiliging later inschakelen of het definiëren van het
toegangspunt annuleren en eerst de beveiliging voor
het WLAN inschakelen. Zie WLAN (draadloos WLAN)
in ’Toegangspunten’ op pag. 145.
Apparaatnaam
– Geef een naam op voor het apparaat.
Deze naam is zichtbaar voor de andere compatibele
apparaten in het netwerk.
Delen inschakelen en inhoud definiëren
Selecteer
Instrumenten
>
Connect.
>
Eigen netw
>
Inhoud delen
en maak een keuze uit de volgende opties:
Inhoud delen
– Hiermee kunt u het delen van
mediabestanden met compatibele apparaten toestaan of
weigeren. Schakel
Inhoud delen
pas in nadat u alle andere
instellingen hebt geconfigureerd. Als u
Inhoud delen
inschakelt, kunnen vanaf de overige UPnP-compatibele
apparaten in het eigen netwerk de bestanden worden
bekeken en gekopieerd die u hebt geselecteerd voor delen
in de map
Afbeeldingen en video
.
Afbeeldingen en video
– Hiermee selecteert
u mediabestanden die u wilt delen met andere apparaten
of bekijkt u de status voor het delen van
Afbeeldingen en
video
. Selecteer
Opties
>
Inhoud vernieuwen
als de
inhoud van de map wilt bijwerken.